Zwartkopsijs

Verlichting

 

Gebruik van kunstlicht bij vogels

 

Er is over het geven van kunstlicht al heel wat geschreven, maar ik wil er toch een artikeltje aan wijden. iedereen is het er van overtuigd geraakt dat een erg vroege kweek enkel kan lukken wanneer men op een heel goede manier de daglengte in de winter kunstmatig langer maakt.

belangrijk is in ieder geval dat men juiste tijden aan moet houden, en gelijkmatig verhogen van de lichturen noodzakelijk is. Daarom is het ten zeerste af te raden om de schakelklok tijdens de wisseling van wintertijd naar zomertijd eveneens te wijzigen. Laat de klok dus staan zoals hij staat!!!! Deze theorie zullen we proberen uit te leggen aan de hand van een studie van G. Huyhebaert van het rijksstation voor kleinveeteelt. Deze hypothese( = een veronderstelling welke niet wetenschappelijk is bewezen, maar ook niet weerlegt kan worden), genaamd Bunninghypothese, stelt het volgende:

Er wordt voorop gesteld dat de invloed van licht bij vogels tweevoudig is. In de eerste plaats zorgt het voor een dag en nacht ritme bij de vogels. Verder zorgt het licht tevens voor de stimulatie van de reproductieve functies, dus anders gezegd, de poppen worden geprikkeld om eieren te gaan leggen, en de mannen worden feller. Tot zover is het eigenlijk een bekend verhaal. Het belangrijkste is nu echter dat niet zozeer de totale lichtduur van belang is, maar dat er bij vogels zoiets bestaat als een fotogevoelige of lichtgevoelige fase. makkelijk gezegd komt het hier op neer: In de winter kunnen we dagen met amper 8 tot 9 uur licht. Deze hoeveelheid licht is voldoende om je vogels in hun dag en nachtritme te houden. De vogels hebben dus geen neiging om eieren te gaan leggen, en de mannen worden niet feller. Naar mate de winter naar zijn einde loopt en de lente zich aankondigt, komt men al gauw tot een daglengte van 10 tot 14 uur licht. Nu wordt gesteld dat de vogels dagelijks van dertien tot 15 uur na hun ontwaken in een foto- of lichtgevoelige fase zijn. Is er op dat moment voldoende licht, dan wordt de werking van de hypofyse in de hersens geprikkeld om de broedperiode voor te gaan bereiden.

Maar wat houdt dit nu precies in voor onze vogels?

In de eerste plaats: Wil je de vogels in broedstemming krijgen, dan zul je moeten zorgen dat de vogels 13 tot 15 uur na het ontwaken nog over voldoende licht beschikken.

Mocht je de vogels helemaal niet in broedstemming willen laten komen, is het noodzakelijk niet meer licht te geven als de normale daglichturen, dus onder de 10 uren na ontwaken.Stel dat het in uw kweekverblijf om 8 uur s'ochtends licht is, dan moet u zorgen dat uiterlijk om 6 uur s'avonds het licht uit is. Doe je dit niet consequent, en gebeurd het nogal eens dat er dagen zijn dat de vogels meer licht hebben, dan breng je de vogels telkens weer in de foto of lichtgevoelige fase die hun zal stimuleren om in broedstemming te komen.

Daarom hoor je ook regelmatig de stelling dat je eigenlijk aparte broedvogels moet hebben en aparte kweekvogels. Doordat gedurende de TT er vaak tot later op de avond, gedurende enkele dagen volop licht is, en bij thuiskomst s'avonds geen licht, geef je onregelmatige lichturen, wat later tot problemen kan leiden tijdens de kweek. Nu ben ik wel van mening dat een vogel die rond oktober/november op een TT heeft gezeten, niet per saldo een mindere kweekvogel hoeft te zijn. Als men tussen de TT en de aanvang van de kweek voldoende rust geeft aan de vogels, zul je waarschijnlijk geen problemen ondervinden tijdens de kweek als gevolg van de deelname aan een TT. Meestal moet je dan de oorzaak zien te vinden in andere feiten.

Maak jouw eigen website met JouwWeb